Dit deel van de reis staat in het teken van de overgang van winter naar zomer en van de op handen zijnde regentijd met bijbehorende cyclonen. Het reistempo ligt hoger dan we gewend zijn, omdat we nog zoveel mogelijk van het noorden willen zien voor wegen onbegaanbaar worden. We beginnen ook stiekem uit te kijken naar de culturele verschillen van Azië. Australië is en blijft prachtig, maar wordt op een gegeven moment meer van hetzelfde prachtig.
Naar Perth
Onderweg naar Perth komen we langs Lake Camden. Lake Camden is een van de weinige plaatsen op de wereld waar thombolieten te zien zijn. Ze zien er uit als stenen maar het zijn in feite heel primitieve micro-organismen die lijken op de eerste levensvormen op aarde en die overleven in omstandigheden die andere organismen niet prettig vinden. We willen een wandeling maken vanaf dezelfde plek, maar voelen ons niet prettig bij de parkeerplaats met veel gebroken glas en bordjes met Diefstalwaarschuwingen, de eerste keer in Australië. Voor de deur van een “cellar” (waar wijn verkocht wordt) vlakbij staat hij wel goed.
Perth hebben we snel bekeken. We lopen naar Kings Park met een goed verzorgde botanische tuin en wandelen daarna wandelen nog wat in de stad. We hebben daarna een gezellige avond bij Steve en Angela. Steve hebben we ontmoet in Rwanda waar hij alleen op de motor rondreisde. Nu woont hij permanent in Perth met Angela en twee kinderen. We gaan de volgende ochtend met de familie naar het strand waar we eerst gezamenlijk ontbijten. We denken weer aan de tijd dat onze eigen kinderen klein waren als we zien hoe één kind van twee voortdurend alle volwassenen voor 100% kan bezig houden. We belanden ‘s avonds op een camping die vooral voor senioren bedoeld is met voor de clubleden activiteiten als bingo en zang. We willen natuurlijk direct blijven…
We hebben contact gelegd met de LandCruiser Club Western Australia en worden prompt uitgenodigd om mee te gaan op een tour. Het is een klasse 1 tour; dat wil zeggen in een konvooi achter elkaar aan rijden over voornamelijk asfaltwegen en verder goede gravelwegen. Het is wel gezellig tijdens de pauzes. De cultuur is duidelijk anders dan in Nederland. We krijgen van tevoren te horen dat in geval van een calamiteit alleen de leider het voor het zeggen heeft en de rest zich er niet mee moeten bemoeien tenzij er om gevraagd wordt. In Nederland zou iedereen zijn mening geven. De LandCruiser club van Western Australia is de meest actieve van het land met iedere week minstens een toer, een maandelijkse bijeenkomst en een eigen tijdschrift.
Fremantle is een voor Australische begrippen aardige stad met veel Victoriaanse gebouwen. Daar gaan we naar het Shipwreck Museum waar een deel van de romp van de Batavia, een VOC-schip dat op de klippen is gelopen aan de West-Australische kust, is opgebouwd en waar ook nog veel spullen te zien zijn die in verschillende VOC-schepen zijn gevonden.
De westkust
In Cervantes gaan we naar Mike en Lyn die we ontmoet hebben in de Stirling Range en die ons dringend gevraagd hebben te bellen als we in de buurt van Cervantes komen. Mike is jarenlang gids geweest in een beroemd natuurgebied, de Pinnacles, een verzameling van kalksteen rotspunten die door een combinatie van ijstijden, bosbranden en verplaatsing van duinen zijn ontstaan. Samen met Mike maken we ook een wildflower met veel verschillende soorten orchideeën.
Onderweg naar het Kalbarri National Park stoppen we bij een roze meer. De kleur komt van een alg die bètacaroteen produceert. We gaan de volgende ochtend eerst naar een dagelijks evenement in Kalbarri: pelikanen voederen. Er staat een serieuze groep mensen te wachten en er komen zegge en schrijve twee pelikanen opdagen. Ze zijn wel keurig op tijd. Daarna halen we gas. Door het soort tank dat we hebben gaat er weer niet meer dan ruim een kilo in, maar dat is genoeg voor twee weken koken; geen probleem, er zijn zoveel plekken waar je gas kunt kopen. Uitzichtpunten op de kliffen van Kalbarri doen denken aan de twaalf apostelen. Landinwaarts het park in zijn kloven waar de rivier zich prachtig door de uitgesleten bergen slingert. We kamperen op een parkeerplaats langs de weg in een mooie omgeving. Weer eens wat anders dan de caravan parks die er allemaal hetzelfde uitzien en waar we na een paar dagen vergeten zijn wat waar was.
Hier ligt de grootste vindplaats van stormatolieten ter wereld is vergelijkbaar met de thombolieten die we eerder zagen. Ook dit is heel primitief leven, zoals het eerste leven op aarde was, zo’n 3 miljard jaar geleden. Ze zijn heel belangrijk geweest voor de ontwikkeling van leven op aarde omdat ze fotosynthese doen waardoor zuurstof geproduceerd werd. Er zijn verschillende soorten die in lagen op elkaar leven in een soort symbiose met verschillende producten die ze opnemen en afscheiden. Ze kunnen overleven in de ongunstige omstandigheden die hier heersen met heel zout water, hoge UV-straling en getijden.
De dolfijnenshow in Monkey Mia is toeristisch maar wel grappig om te zien. Een grote groep toeristen staat klaar als ze om klokslag kwart voor acht aan komen zwemmen voor wat visjes. De volgende stop, het François Peron National Park is allemaal diep zand dus we verlagen de bandenspanning fors en rijden daarna probleemloos naar een prachtige plek op een camping aan de lagune.
De blowholes bij Quobba ontstaan doordat er gaten in de rotsen zitten waar het getij van het zeewater tegenaan slaat. Dat drukt water weg wat op andere plekken door gaten omhoog spuit als een soort fontein. Daar ontmoeten we Ali en Hendrik. Ali is een Australische die lang als backpacker door India, Europa en Zuid-Amerika gereisd heeft. Hendrik is Belg die met de auto door Afrika en ook Zuid-Amerika gereisd is. In Zuid-Amerika zijn Hendrik en Ali elkaar tegengekomen waarnaar ze samen verder getrokken zijn. We hebben al contact gehad voor we naar Australië vertrokken maar hadden ze nog nooit ontmoet. We krijgen een hoge stapels goede tips.
Onderweg naar Coral Bay rijden we de tropen weer in. Je kunt er vanaf het strand snorkelen. Het lijkt wel of we tussen een miljoen visjes zwemmen. We zien de meest bijzondere vormen koraal en allerlei soorten vissen. ‘s avonds gaan we uit eten; de seafood platter smaakt uitstekend met mosselen, oesters, grote garnalen, inktvis en nog meer.
Verder naar het noorden, in Ningaloo National Park, vinden we de beste snorkelplekken, vlak bij het strand met veel vis. In het driftgebied van Turquoise Bay kun je aan de ene kant het water instappen en je dan door de stroming naar de andere kant laten drijven terwijl je alles onderweg bekijkt. We beginnen ook meer ervaring te krijgen met onze snorkels die daardoor niet steeds meer de aandacht nodig hebben. Als we willen wegrijden doet het verklikkerlampje voor het open dak of de open deur dat we bij de ombouw hebben aangebracht voor het eerst dienst: We zijn na het omkleden vergeten het dak naar beneden te doen. We kamperen op een cattle station, een boerderij met een camping erbij. Er is een happy hour met een kampvuur waarbij verhalen over het cattle station verteld worden en dumper, een soort op Australische manier gebakken brood, wordt uitgedeeld. We douchen onder de houtgestookte douche. De douchekop is stijl Afrika: een emmer met gaatjes erin waarin met een slang water wordt gegoten.
De hitte in
Met het verlaten van de kust zitten opeens volop in de hitte met overdag temperaturen van 42 graden. Een maand geleden hadden we nog overdag de kachel aan. De groene weiden en gele koolzaadvelden van Victoria lijken alweer zo ver weg. Het betekent dat grotere wandelingen etc. direct na zonsopgang gedaan moeten worden: als de zon vier uur op is is het al te heet. Het wordt nu ook opeens belangrijk onze airconditioning te laten repareren. We hadden hem tot nu tijdens de hele reis maar twee keer gebruikt (de derde keer bleek hij het niet te doen), maar nu wordt hij hard nodig.
In Karigini National Park gaan we eerst naar het Oxen uitzichtspunt. Het is absoluut geweldig. Het is het oudste gesteente op aarde waarvan de oppervlakte te zien is. De volgende dag maken we een wandeling langs de Dales-kloof. We dalen erin af en zwemmen in een waterhole. Daarna lopen we in de kloof terug met veel klimmen over niveau 4 paden.
In Port Hedland zien we borden waarop een grote opruiming wordt aangekondigd voordat het cycloonseizoen aanbreekt. Het is een havenstad van waar ijzererts verscheept wordt. De hele dag zien we road trains, vrachtwagens met vier en soms zelfs vijf aanhangers. ‘s avonds lijken het slangen die door het land kruipen.
De Kimberley
Het landschap onderweg naar Broome, bekend van de kamelen op het strand, is redelijk groen maar varieert van volkomen vlak zonder bomen of struiken tot laag struikgewas. Helaas geen kameel te zien. We hangen een dag rond, kijken wat rond in het winkelcentrum en Jan gaat naar de kapper terwijl de airco gerepareerd wordt.
De weg richting Darwin is een mooie route met veel baobabs en termietenheuvels. Overdag wordt het weer 42 graden dus we zijn blij dat de airco het nu doet. Het landschap wordt gevarieerder met rotsen die plotseling uit het vlakke land oprijzen, droge rivierbeddingen en allerlei soorten bomen die er prachtig uitzien in het late zonlicht. We zien ontelbaar veel termietenheuvels en eindigen op een parkeerplaats langs de hoofdweg die een parkcamping had kunnen zijn. We proberen ons voor te stellen hoe het landschap eruit ziet als die brede, droge rivierbeddingen kolkende watermassa’s worden en als de vlaktes met peilstokken echt onder water staan.
In Wyndham kamperen we naast een 2000 jaar oude baobab. Direct na zonsopgang gaan we naar de vogeldrinkplaats op de camping. We zien een stuk of 12 nieuwe soorten, waaronder een gouldian finch, de beroemde vogel van deze plek. Onderweg verder komen we langs de Grotto, een waterhole waar je kunt zwemmen nadat je 144 treden naar beneden bent gegaan. Omdat we geen zin hebben in 144 treden omhoog bij deze temperatuur na het zwemmen laten we dat maar zitten.
Indruk
Western Australia is een aantrekkelijk deel van Australië. Het landschap is mooi en de contacten zijn afwisselender. De “grey nomads” die verder gaan dan de pendel Queensland in de winter – South Australia in de zomer zijn avonturiers naar Australische maatstaven en de discussie gaat verder “amazing”. Het leidt tot leuke contacten bij kampvuren en
“billie tea & dumpers” (Australisch thee met brood in de bush). Het valt ook op dat mensen er gezonder uitzien. Er is in elk geval minder overgewicht, maar er zijn nog wel veel tatoeages.